Adjectives and adverbs What is the difference?
De theorie Adjective = bijvoeglijk naamwoord Adjective = bijvoeglijk naamwoord Adverb = bijwoord Adverb = bijwoord De eerste zegt iets van een zelfstandig naamwoord De eerste zegt iets van een zelfstandig naamwoord De tweede zegt iets van een niet zelfstandig naamwoord: meestal werkwoord (maar ook van een bijvoeglijk naamwoord of een ander bijwoord) De tweede zegt iets van een niet zelfstandig naamwoord: meestal werkwoord (maar ook van een bijvoeglijk naamwoord of een ander bijwoord)
Vergelijk de volgende zinnen Hij heeft een mooi huis Hij heeft een mooi huis Zij hebben een geweldige vakantie Zij hebben een geweldige vakantie De dokter is goed De dokter is goed Mijn broer heeft een knappe vriendin Mijn broer heeft een knappe vriendin De maan wordt donker De maan wordt donker De rode woorden zeggen iets van de blauwe zelfstandige naamwoorden Omdat de rode woorden iets zeggen van zelfstandige naamwoorden heten ze bijvoeglijke naamwoorden
Vergelijk de volgende zinnen Zij speelt mooi piano Zij speelt mooi piano Hij heeft een zeer klein huisje Hij heeft een zeer klein huisje De sprinter liep snel vandaag De sprinter liep snel vandaag De leraar kon dit probleem goed uitleggen De leraar kon dit probleem goed uitleggen De rode woorden zeggen iets van de blauwe woorden. De blauwe woorden zijn niet zelfstandige naamwoorden Daarom zijn de rode woorden bijwoorden
Er is geen verschil in vorm Bijvoeglijke naamwoorden zien er meestal hetzelfde uit als bijwoorden en daarom geven ze vaak geen spellingsproblemen Bijvoeglijke naamwoorden zien er meestal hetzelfde uit als bijwoorden en daarom geven ze vaak geen spellingsproblemen In het engels worden ze gewoon anders geschreven en daarom moet je het verschil weten tussen bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden In het engels worden ze gewoon anders geschreven en daarom moet je het verschil weten tussen bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden
Compare the columns He has a beautiful piano He has a beautiful piano This is a wonderful job This is a wonderful job The doctors were hopeful after the operation The doctors were hopeful after the operation She is a happy girl She is a happy girl He plays the piano beautifully The wall was wonderfully painted Hopefully he will recover She was happily married
Zie de vorige dia In de linker kolom staan de bijvoeglijke naamwoorden In de linker kolom staan de bijvoeglijke naamwoorden In de rechter kolom de bijwoorden In de rechter kolom de bijwoorden Zoals je ziet is de schrijfwijze anders Zoals je ziet is de schrijfwijze anders Vaak komt er een uitgang –ly achter het bijvoeglijk naamwoord, maar niet altijd Vaak komt er een uitgang –ly achter het bijvoeglijk naamwoord, maar niet altijd
Afwijkende uitgangen (geen – ly) He is a good friend He is a good friend This is a fast car This is a fast car Life is hard Life is hard I know him well It run fast He studies hard